Voeten testen en trainen
Je traint of begeleidt als trainer vele tientallen hardlopers per week. Al die hardlopende voeten lopen anders en hebben verzorging nodig. Cecile van der Sanden, sportpodotherapeut en de eerste Trailrunning Trainer van Nederland gaat in op testen, trainen en verzorgen van voeten.
Van jongs af aan ben ik gaan hardlopen en blijven hardlopen, inmiddels bijna een halve eeuw. Die loopervaring is er dus wel, de trainerservaring is wat minder. In 2015 heb ik de opleiding tot hardlooptrainer gevolgd, in 2018 ben ik trailrunning trainer geworden, de eerste van Nederland zelfs. Inmiddels geef ik enkele jaren training aan mijn eigen clubje: run7days. Ik ben een groot voorstander van preventie, het voorkomen van gezondheidsklachten. Sportpodotherapie is een prachtig vak en daarbinnen is de voetfunctie super belangrijk. Via de voet worden de krachten op de ondergrond overgebracht. Wanneer iemand mijn praktijk CSPN in Bemmel binnenstapt, wordt het looppatroon al meteen bekeken, beroepsdeformatie. Dan volgt er eerst een intake gesprek waarin bepaalde zaken aandacht krijgen:
- Hulpvraag wordt uitgediept
- Blessurehistorie
- Medische behandelingen, medicatie, beeldvormend onderzoek (echo, x-foto, MRI)
- Eigen verantwoordelijkheid voor de ‘blessure’
- Trainingsfrequentie, intensiteit, trainingen
- Belasting in dagelijks leven: werk/privé
Hierna wordt zowel in stand als in zit de statiek bekeken: hoe staan de voeten, de knieën, de heup? Zijn er ‘huidafwijkingen’, is er eelt, hoe zien de nagels er uit? Hoe ‘ziet de pijn er uit’: is het een spier-, pees-, huid-, gewrichtsprobleem? Daarna volgt het functieonderzoek: beweeglijkheid van gewrichten, met aanvullende testen. Vervolgens wordt er naar het looppatroon gekeken en een RS-scan gemaakt. Het looppatroon wordt binnen, blootvoets bekeken, en buiten kan gerend worden. Op de RS-scan zijn onder meer gaitline en drukprofielen af te lezen. Natuurlijk wordt het schoeisel niet vergeten! Zowel de dagelijkse als de sportschoenen worden geïnspecteerd: lengte, breedte, binnen
zool, bovenwerk, slijtagepatroon. Aan het eind van het onderzoek wordt er een conclusie getrokken en de behandeling besproken. Dat kunnen diverse therapieën zijn: een tijdelijke therapie om dingen te proberen, sportzolen, aanpassing aan huidige (sport)zolen, taping, eelt- nagelbehandelingen, trainingsadvies en oefeningen.
Als hardlooptrainer heb je te maken met een groep mensen die allemaal verschillend zijn, qua postuur, qua leeftijd, qua lenigheid, qua karakter, qua snelheid, maar ook qua hardlooptechniek en voetfunctie. Er is geen gemiddelde te noemen. Daardoor kan de ene loper een bepaalde oefening ook makkelijker uitvoeren dan
de ander en moet de trainer daar ook anders mee omgaan.